De Belastingdienst legde een naheffingsaanslag Motorrijtuigenbelasting op aan een autohandelaar. Het ging om een auto die tot de bedrijfsvoorraad behoorde, maar die niet was voorzien van een handelaarskenteken. Dat is een reden voor naheffing als de Belastingdienst kan bewijzen dat met een auto uit de bedrijfsvoorraad is gereden. In dit geval voerde de Belastingdienst als bewijs een foto van een Volvo aan. Het kenteken van die auto kwam overeen met het kenteken van een Volvo die tot de bedrijfsvoorraad van de autohandelaar behoorde. Op zichzelf zou dat voldoende bewijs zijn voor het opleggen van de naheffingsaanslag. De autohandelaar bestreed echter gemotiveerd dat hij of een van zijn werknemers met de Volvo had gereden. De auto was gefotografeerd op 140 kilometer afstand van de vestigingsplaats van het bedrijf. De Volvo was op dat moment 14 jaar oud en was als schadeauto gekocht. Gezien de staat waarin de auto verkeerde lag het niet voor de hand om deze auto te gebruiken voor een dergelijke rit. De auto was ook niet voor een proefrit gebruikt. Verder was de foto zeer onduidelijk. Het kenteken was zichtbaar en met grote moeite kon een Volvo merkteken ontdekt worden, maar verdere details van de auto waren niet zichtbaar. Hof Arnhem vond twijfelachtig of de gefotografeerde auto wel de Volvo van de autohandelaar was. Het hof vernietigde de opgelegde naheffingsaanslag en verzuimboete.